Professionele Textielservice op zoek naar innovatie én nieuwe markten!

Themabijeenkomst 12 januari trekt veel belangstelling

De eerste Themabijeenkomst die FTN Milieu & Techniek dit jaar organiseerde, viel meteen in de smaak. Ondanks, of misschien dankzij (?), dat alles coronaproof en op afstand plaatsvond, was de belangstelling groot en namen een kleine 40 deelnemers en gastsprekers mee aan de bijeenkomst. Om 15.45 uur opende M&T-voorzitter Rudolf Vendrig. Het programma was breed met een diversiteit aan onderwerpen die door verschillende gastsprekers werden toegelicht.

Inspiratie en bredere scope

Themabijeenkomsten van FTN Milieu & Techniek zijn een platform om kennis en informatie onderling uit te wisselen. Over de actuele stand van zaken, nieuwe ontwikkelingen en toekomstverwachtingen. Om te bezien hoe projecten van het Technologisch Kenniscentrum Textielverzorging (TKT) een positieve bijdrage leveren aan de branche en het eigen bedrijf. Die bijdrage was voorheen vooral gericht op procesoptimalisatie om met name energie- en waterverbruik terug te kunnen dringen. Vooral veel aandacht voor de techniek en in mindere mate voor het textiel.

En daar zien we een belangrijke verschuiving. Natuurlijk blijft procesoptimalisatie een belangrijk streven om efficiency- en dus ook duurzaamheidsvoordelen te halen. Hetgeen de sector binnen bijvoorbeeld het MJA3-convenant altijd bijzonder goed gelukt is. Maar de aandacht verschuift meer en meer naar de keten en dus ook het optimaliseren van de inzet van textiel, het hergebruik hiervan en het recyclen van de grondstoffen.

Bewustwording groeit

De bewustwording dat we anders moeten denken over en omgaan met de 3 P’s, (People, Planet, Profit) groeit al jaren en lijkt steeds meer in een stroomversnelling te komen. De groeiende wereldbevolking maakt schaarse middelen nog schaarser en vervuilingen nog vervuilender. Ook op het vlak van textiel is in de hele keten op alle drie de P’s nog veel winst te behalen. De maatschappelijke druk wordt steeds groter, want de vraag naar textiel neemt alleen maar toe! Onze sector, professionele textielverzorging, kan daarin een prominente rol spelen. Het duurzaamheidsprofiel is al bijzonder goed. Hetgeen een enorme potentie biedt om de hele waardeketen textiel een enorme boost te geven als de rol van professionele textielverzorging binnen de maatschappij groter wordt.

De Themabijeenkomst gaf inzicht in waar de sector staat, waar ze mee bezig is of waar de aandacht naar uit moet gaan! De hele waardeketen en levenscyclus van textiel kwamen tijdens deze middag voorbij. Van grondstof, productie, gebruik en onderhoud tot hergebruik en grondstof. Actuele ontwikkelingen in de techniek maar ook de coronacrisis, lijken veel kansen te bieden om als sector stappen te kunnen zetten en de toegevoegde waarde te vergroten. Onder meer op het gebied van duurzaamheid. Maar ook door textielpakketten te leveren die voldoen aan alle eisen van veiligheid en hygiëne, c.q. gezondheid van de gebruiker.

Stand van zaken TKT-projecten

Als bekend voert TKT, in rol van hoofdaannemer, in opdracht van de brancheverenigingen, en dus ook FTN, diverse projecten uit. De heer Gooijer is al ruim 15 jaar een bekend gezicht binnen de sector. Hij gaf een toelichting over onder meer cytostatica, de MJA-voorbereiding, circulair textiel en andere projecten die TKT in opdracht van FTN uitvoert.

Einde MJA3 en vervolg

We memoreerden het al. FTN heeft de afgelopen decennia bijzonder goed gescoord binnen de MeerJarenAfspraken energie-efficientie oftewel de MJA-convenanten. MJA3 was het laatste convenant dat eind 2020 afliep. De laatste rapportage wordt in het tweede kwartaal verwacht. De rapportage over 2019 liet zien dat textielservice opnieuw in de top 5 was beland als het gaat om verbetering van de procesefficiëntie vanaf 2005, het jaar waarin MJA3 van start ging. Tot en met 2019 scoort de sector een verbetering van 32,3% en dus meer dan het vereiste gemiddelde van 2% per jaar. Aan MJA3 deden 880 bedrijven mee uit 33 sectoren die samen een gemiddelde besparing van 1,8% per jaar realiseerden hetgeen zich vertaalt in 25,5% over de periode 2005 – 2019.

MJA-4

Een opvolger van MJA3 is in ontwikkeling. Henk Gooijer lichtte toe dat deze opvolger anders wordt opgezet met een verschuiving van de focus van energiebesparing naar CO2-reductie. Daarmee is energiebesparing nog wel belangrijk, maar, binnen het convenant, alleen als daarmee CO2 gereduceerd wordt. Dat vraagt om een andere manier van denken. De nadruk zal meer komen te liggen op de inzet van duurzame energie en de transitie van gas naar (groene) stroom.

FTN is betrokken bij de ontwikkeling van het nieuwe convenant waarover op dit moment overleg gevoerd wordt met de overheid. Het einde van MJA3 betekent dat deelnemende bedrijven nu weer volledig onder het wettelijk regime vallen van het Activiteitenbesluit milieubeheer. Dit houdt in het nemen van alle energiebesparende maatregelen met een terugverdientijd van vijf jaar of minder. Voor niet vergunningsplichtige bedrijven geldt een vierjaarlijkse rapportageplicht[1], echter voor MJA3-bedrijven gold een vrijstelling in 2019; de eerste rapportage moeten zij in 2023 opleveren. Het jaar waarin naar verwachting een wetswijziging en een nieuw convenant verwacht worden.

EnergiePrestatieKeuring 2021

TKT heeft in opdracht van FTN voor diverse leden een EnergiePrestatieKeuring (EPK) uitgevoerd. Een alternatief voor MJA3. Het doel van de EPK is te komen tot een energiebesparingsplan met daarin een overzicht van genomen maatregelen en een planning van nog te nemen maatregelen. Uiteraard met berekeningen van de gerealiseerde en de te verwachten energiebesparingen. Bedrijven met een EPK kunnen deze laten actualiseren door TKT. Bedrijven die nog geen EPK lieten uitvoeren, kunnen dit uiteraard alsnog laten doen.

Binnen de branche wordt al flink ingezet op duurzame energie

 Microvezels uit textiel; urgentie wordt groter

Hiervoor schreven we over een groeiende bewustwording. Eén van de belangrijke onderwerpen is “plastic soup” en de enorme vervuiling van het water, de bodem en voedselketen! Textiel draagt hieraan enorm bij. Zo’n 35% van alle microvezels in “de natuur” is afkomstig van het wassen, zowel thuis al professioneel, van textiel! Opvallend detail is dat professioneel wassen hier slechts 0,01% aan bijdraagt! De terechte vraag werd gesteld hoe dat zou zijn als het aandeel professioneel wassen veel groter zou zijn. Nu wordt immers 95% van de was thuis gedaan! FTN neemt op uitnodiging van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat deel aan het project “Microvezels uit textiel” dat meerdere doelen heeft. Onder meer het opbouwen van een kennisnetwerk, het ontwikkelen van meetmethodes en het vaststellen van het effect van microvezels op het afvalwater.

Cytostatica

Deze geneesmiddelen helpen mensen te genezen van ernstige aandoeningen, maar zijn tegelijkertijd ook gevaarlijk voor mensen die hieraan blootgesteld worden. Zoals medewerkers in de vuilsorteerafdelingen van wasserijen die met cytostatica besmet wasgoed verwerken. Om die reden zijn in het verleden uitvoerige onderzoeken uitgevoerd om de effecten en risico’s hiervan in beeld te brengen hetgeen heeft geleid tot speciale protocollen die opgenomen zijn in de Arbocatalogus. FTN heeft gevraagd onderzoek te doen naar de risico’s van cytostatica die zich via de lucht verspreiden. Dit onderzoek zal in de eerste helft van dit jaar door TKT in samenwerking met Tauw bv uitgevoerd worden op een tweetal locaties.

Duurzaamheid en hygiëne thuiswassen onvoldoende

TKT deed onderzoek naar de verschillen tussen thuis wassen en professioneel wassen en reinigen met betrekking tot deze onderwerpen. Ten aanzien van hygiëne is de conclusie dat thuis wassen niet hygienisch verantwoord is. Door het toepassen van lage temperaturen is van thermische desinfectie nauwelijks sprake. En chemische desinfectie gebeurt alleen als wasmiddelen met geactiveerde zuurstofbleek worden gebruikt,  Bij het thuis wassen is het risico van kruisbesmetting groot, doordat bijvoorbeeld werkkleding of ander besmet wasgoed samen met ander textiel gewassen wordt. Ook de wasmachine thuis kan, zelfs bij hogere wastemperaturen, een besmettingsbron vormen waarbij de rubberen deurafdichting het grootste risico vormt. Enige vorm van controle of iets dergelijks ontbreken natuurlijk in de thuissituatie. Alleen professionele behandeling kan leiden tot een verantwoord hygienisch kwaliteitsniveau, mede omdat bijvoorbeeld een kwaliteitsmanagementsysteem als Certex voldoende borging biedt voor een verantwoord totaalproces.

Duurzaamheid en hygiëne thuiswassen is onvoldoende

Ook op het gebied van duurzaamheid scoort professionele textielverzorging vele malen beter dan het thuis wassen. Dit is uitvoerig onderzocht én gerapporteerd. Klinkende cijfers zijn een waterbesparing per wasbeurt van meer dan 36 liter (tot zelfs 80%!), 17,5% energiebesparing en ruim 24% CO2-reductie. Als je deze getallen afzet tegen het feit dat 95% van de was thuis gedaan wordt, dan wordt duidelijk hoe enorm het besparingspotentieel is! De milieubelasting van textiel in de gebruiksfase kan daarmee aanzienlijk, zeer aanzienlijk teruggebracht worden!

Samen op weg naar innovatie en duurzaamheid

De genoemde resultaten én successen worden mogelijk gemaakt door de bereidheid van de sector om te investeren in kwaliteit, efficiency en duurzaamheid. Maar je hebt toeleveranciers hard nodig om je eigen doelstellingen hierin waar te maken. Diverse gastsprekers van verschillende bedrijven gaven hun visie op energiebesparing, CO2-reductie en hoe hun bedrijven met deze doelstellingen bezig zijn.

Duurzaamheid kernwaarde bij Christeyns

De heer Gerard Bakker zette uiteen hoe de aanvliegroute van familiebedrijf Christeyns is waarbij een duidelijke tweedeling is aangebracht. Enerzijds de aandacht voor de eigen, bedrijfsinterne processen. Anderzijds de oplossingen die aan klanten geboden kunnen worden. Intern is er aandacht voor de totale productcyclus van grondstof tot en met verpakkking. Doelstellingen zijn water- en energiebesparing, minder afval en een uitdagende en veilige werkomgeving. Interessant voorbeeld van de benadering is een project in Gent waarbij overtollige warmte die de productielocatie van Christeyns daar produceert, gebruikt wordt voor de 70% van de verwarming van nabij gelegen appartementen. Omgekeerd wordt het afvalwater van deze appartementen, na behandeling, gebruikt als proceswater binnen de productielocatie. Het bedrijf wil in de periode 2021 – 2022 een waterbesparing van 80% realiseren en 362 ton minder CO2 uitstoten, onder meer door de inzet van 4.000 zonnepanelen bij het Europese distributiecentrum. Er wordt sowieso géén afvalwater afgevoerd in het riool.

Klanten wordt een totaalpakket aangeboden waardoor zij hun productieproces zo efficiënt mogelijk kunnen inrichten. Met aandacht voor de effectiviteit van chemicaliën, het minimaliseren van het waterverbruik en de apparatuur zoals doseersystemen, ver-/opwarmingssystemen, waterzuiveringsinstallaties alsmede monitoringssystemen voor de totale procesbewaking.

Op weg naar CO2-neutraal

Ecolab op weg naar CO2-neutraal

Deze doelstelling geldt voor het wereldwijd opererende bedrijf zelf, maar ook klanten worden geholpen deze te realiseren. De heer Carlo Krijnen liet zien dat in de totale productieketen van industrieën 75% van de CO2-productie veroorzaakt wordt door de toeleveranciers van de eindfabrikant. Daarmee wordt meteen het belang duidelijk gemaakt om binnen de hele productieketen samen te werken om CO2-reductie te bewerkstelligen en verantwoorde inkoopbeslissingen te nemen. Ecolab wil in 2030 50% reductie gerealiseerd hebben, 100% duurzame elektriciteit gebruiken en in 2050 geheel klimaatneutraal zijn. Bij klanten wordt ook het totale proces onder de loep genomen. De primaire processen, gebouwen, logistiek en het energieverbruik. Het zetten van positieve stappen is daarbij het credo. Om te beginnen met het optimaliseren van bestaande situaties en processen naar het investeren in toonaangevende techniek en het zoeken naar en stimuleren van innovaties. Terugdringen van water- en energiegebruik, monitoring, hergebruik van water en stoomloos werken zijn oplossingsrichtingen die toegepast worden.

TBR ziet nog veel verbeteringspotentieel

TBR op weg naar een duurzame toekomst

De heer Reinders van Technisch Bureau Reinders, is al 35 jaar een bekend gezicht. Zijn bedrijf levert oplossingen op het gebied van energie-opwekking, water- en energiebesparing en hernieuwbare energie en ontwikkelt daartoe zelf apparatuur en technieken. De visie van TBR is dat wasserijen stoomloos worden. In 2021 is het energieverbruik voor het wassen zelf minimaal vijf en maximaal vijftien procent van het totale energieverbruik. De grootste verbruikers, met 85% aandeel, zijn de mangels en drogers. De restwarmte die deze apparaten produceren wordt hergebruikt voor het opwarmen van waswater en het voorverwarmen van de inkomende lucht voor droogapparatuur. Voor de periode tot 2030 ziet TBR nog veel verbeteringspotentieel. Zo is waterstof een nieuwe belofte die de rol van gas over kan nemen. Ook als “buffer” door hiermee in de zomer energie op te wekken die in de winter verbruikt kan worden. Ook de brandertechniek voor CV-ketels is in ontwikkeling om waterstof toepasbaar te maken. Voor de wasserij lijkt de warmtepomp een minder haalbare optie vanwege de benodigde temperaturen voor mangels en drogers.

Van primair proces naar textiel

Voorgaande onderwerpen betreffen vooral het primaire proces van textielservice, namelijk het wassen en reinigen van textiel waar eveneens aandacht aan werd besteed tijdens de Themabijeenkomst. Textiel zelf duurzamer maken is een belangrijke voorwaarde om het duurzaamheidsprofiel van de keten een boost te geven. Om bijvoorbeeld het gewoonweg verbranden van textielafval te voorkomen.

Ook textiel zelf duurzamer maken is van belang

De wetenschap doet mee!

Textiel circulair maken. Dat stond centraal in de bijdrage van de heer Henk Gooijer van Saxion, een hoger beroepsopleidingsinstituut waar veel onderzoek en ontwikkeling wordt gedaan naar dit onderwerp onder leiding van de heer Jan Mahy. Er worden drie textielstromen onderkend. De stroom in de gebruiksfase waarin het textiel van gebruiker naar reiniger naar gebruiker gaat. De stroom waarbij afgedankt textiel in de “gesloten kring” komt en als grondstof terugkomt bij de textielindustrie of de “open kring” waarbij dit textiel bij andere industrieën belandt voor diverse toepassingen. Afgedankt textiel moet vervezeld worden zodat er nieuw garen van gesponnen kan worden. Op dit terrein is een doorbraak gerealiseerd met het recyclen van polyester/katoen. Het ontrafelen van polyester/katoen, het splitsen van beide materialen om tot een nieuwe vezel, nieuw garen en nieuwe stoffen te komen, was een project waarbij de hele keten betrokken was, inclusief een textielservicebedrijf. Een ander project, samen met het ministerie van Defensie, betreft het meetbaar maken van het gehalte gerecyclede vezels in gerecycled textiel om zodoende een categorisering richting de branche te kunnen voorstellen voor bijvoorbeeld werkkleding of modeartikelen. Bij dit project is ook WeVoTex betrokken.

Saxion doet veel onderzoek naar het circulair maken van textiel

Toeleverancier pro-actief bezig!

En WeVoTex is als textielproducent en -leverancier aan diverse sectoren erg actief bezig met duurzame producten en recycling, zowel mechanisch als chemisch. Onder meer worden badstof handdoeken vervaardigd van 50 – 80% (mechanisch) gerecyclede vezels. Met de Ecotool van FTN is berekend dat zo’n handdoek tot 97% water bespaart, tot 20% CO2 en tot 94% landverbruik. Nadeel is de kortere levensduur en, door toevoeging van polyester, het mindere comfort. Mede daarom is WeVoTex ook intensief bezig met chemische recycling dat een oneindige kringloop oplevert. Chemische recycling levert steeds weer kwalitatief goede vezels op waardoor het grondstoffenverbruik voor textielproductie enorm teruggedrongen kan worden. Het eerste tastbare resultaat in de vorm van een handdoek is geproduceerd.

WeVoTex is bezig met mechanische en chemische recycling

100% circulair in 2050!

Ook Modint, de branche-organisatie voor mode en textiel, is intensief bezig met het verbeteren van de duurzaamheid van de textielsector en heeft hiervoor, net als FTN, een Routekaart ontwikkeld. De heer Koppert liet zien dat in 2015 75% van het afgedankte textiel verbrand werd, slechts zo’n 14% recycled. Stap voor stap werkt Modint, middels bijvoorbeeld convenanten, aan verdere uitwerking van de Routekaart Circulair Textiel. Niet alleen het recyclen van afgedankt textiel als grondstof voor nieuw textiel, ook het hergebruik van afgedankt textiel door nieuwe gebruikers/dragers speelt een rol. Denk aan ontwikkelingen als Vinted. Doelstellingen zijn 50% duurzame/circulaire materialen en 50% recycling van Nederlands textielafval in 2030. In 2050 moet de keten volledig circulair en duurzaam zijn.

Ook Modint is intensief bezig met het verbeteren van de duurzaamheid van de textielsector

Wasserij zonder werknemers

Volgens de heer Ten Broek van WSP Systems begint rendementsverbetering al op het moment dat u iets te weten komt wat u tot dat moment nog niet wist. Specifieke informatie is nodig om stap voor stap met kleine maar beslissende verbeteringen tot rendementsverbeteringen te komen. Door uit diverse processen en machines data te halen, deze om te zetten in informatie die realtime beschikbaar komt, kan de hele bedrijfsvoering gevolgd worden. Hier kan bijvoorbeeld ook steeds tijdig bijgestuurd worden hetgeen de efficiency bevordert. Een andere ontwikkeling is dat dergelijke automatiseringssystemen steeds autonomer gaan werken als vorm van kunstmatige intelligentie. De toekomst is digitaal, gerobotiseerd en geautomatiseerd. De wasserij zonder werknemers komt eraan!

Conclusie: een wereld aan kansen!

Een nuttige Themabijeenkomst. Da’s de meest korte samenvatting. Alles op een rijtje zettend, is het verbeteringspotentieel van de sector enorm. Niet alleen voor de sector zelf. Maar ook voor de rol die ze kan spelen binnen de keten. Van vezel-/garen-/weefselproductie tot toegevoegde waarde bij de eindklant/-gebruiker die met duurzaam, circulair textiel, dat optimaal en kwalitatief verantwoord gereinigd wordt, goede sier bij zijn stakeholders kan maken.

Samenwerking in de keten én daarbuiten leidt tot goede ideeën en goede innovaties. Ook hier geldt één plus één is drie!

[1] Niet-mkb-ondernemingen moeten elke vier jaar een energie-audit indienen bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) op grond van de Europese Energie-Efficiency Richtlijn (EED). De eerste auditverslag moest 31 december 2020 ingediend zijn.

Scroll naar boven