FTN heeft vandaag een persbericht uitgestuurd over deze kwestie en de zitting die op donderdag 8 februari plaats vond bij de Rechtbank in Amsterdam inzake de aanklacht van het Openbaar Ministerie tegen een wasserij in Zaandam.
De eigenaren hiervan worden er van verdacht minstens 7 Syrische vluchtelingen te hebben uitgebuit. FTN is als brancheorganisatie door het OM uitgenodigd deze zaak te volgen.
De kwestie kwam aan het licht toen een klant van de wasserij, Hotel Zuiderduin, onverwacht bij een wasserette bezocht en daar een chaos en slaapplekken aantrof. Klachten over de dienstverlening waren aanleiding voor dit bezoek. Directeur Rith Groot trok vervolgens aan de bel. De wasserij wordt gerund door 4 broers, Egyptenaren, die met het oprichten van verschillende bv’s een rookgordijn voor schuldeisers en de Belastingdienst hadden gecreëerd. Na de melding deed de politie een inval waarbij 7 mensen werden aangetroffen die tussen de stellingen slaapplekken hadden ingericht. Onderzoek bracht ook veel tekortkomingen in de bedrijfsvoering en de administratie aan het licht.
Tijdens de zitting ontkenden de broers alles ondanks het feit dat rechters hen met hard bewijsmateriaal en vele getuigenverklaringen confronteerden. In beslag genomen camera beelden toonden volgens het OM hun rol en betrokkenheid in de ten laste legging opgenomen strafbare feiten. Deze ondersteunden de vele getuigenverklaringen van de medewerkers, toeleveranciers en andere betrokkenen. De werknemers werden 6 dagen per week 12 uur per dag aan het werk gezet. Zij kregen daarvoor slechts gedeeltelijk betaald en dan nog tegen het minimum loon of minder. Voor overnachtingen moest men wel een uur extra werken.
Bij de zitting waren ook de brancheorganisaties Horeca Nederland en FTN aanwezig. Beide organisaties nemen ondubbelzinnig afstand van dergelijke praktijken. Er is de branches veel aan gelegen om dit onderwerp aan de orde te stellen en voor adequate maatregelen te zorgen die dit zo effectief mogelijk tegen gaan. Dat zal naar verwachting onder meer leiden tot een directe voorlichting aan vooral Amsterdamse Hotels, hoe dergelijke situaties bij opdrachtverlening voorkomen kunnen worden. De uitspraak is op 22 maart as.