Binnen de textielverzorging is automatisering al lang een gespreksonderwerp. Net als iedereen zijn bedrijven meegezogen in het kielzog van ontwikkelingen. De productiviteit moet omhoog, de kwaliteit moet beter, de dienstverlening en logistiek moeten flexibeler, de digitalisering neemt toe. En de kosten moeten omlaag. Automatiseren draait om het opzetten van meer effectievere en efficiënte processen. Dat leidt soms ook tot het vervangen van menselijke arbeid, hetzij door machines, hetzij door computers of de combinatie daarvan. Daarmee is meteen duidelijk dat er ook een rekensom aan de beslissing om te gaan automatiseren ten grondslag ligt.
Want wanneer levert een investering voldoende rendement op? Belangrijk is dat daarbij niet alleen gekeken wordt naar de directe arbeidskosten die bespaard worden. Ook indirecte kosten én opbrengsten, die voortvloeien uit (andere) effecten, zijn van belang.
Laaghangend fruit….. Met het mechaniseren is destijds al begonnen met een efficiencyslag. Door werknemers werk uit handen te nemen werd de productiviteit verhoogd, de kostprijs verlaagd en de kwaliteit constant. Daarbij werd vooral gekeken naar het laaghangend fruit; taken/werkzaamheden die makkelijker en sneller door een machine konden worden uitgevoerd.
Met automatisering worden vervolgstappen gezet met nog meer efficiencyvoordeel. Met behulp van automatisering kunnen mechanisch uitgevoerde productieprocessen aangestuurd én gecontroleerd worden door computers. Denk aan doseersystemen in het was-/reinigingsproces. Maar natuurlijk raakt automatisering meer processen dan alleen de primaire productie.
Automatisering raakt meer processen dan alleen de primaire productie
Overzicht en structuur: eerste verdienste! Het verdient zeker aanbeveling om eerst eens afstand te nemen van het bedrijf en te kijken naar de dagelijkse processen die uitgevoerd worden en de informatie die daarmee gegenereerd wordt, c.q. de informatie die nodig is. Binnen één afdeling, maar vooral ook daarbuiten. Dit levert inzicht op welke taken, werkzaamheden en informatie op elkaar aansluiten, of moeten aansluiten, maar eventueel ook gebundeld kunnen worden.
Een analyse kan veel inzicht bieden
Zo’n analyse levert in ieder geval een goede proces- en workflow op die veel inzicht biedt. Met dit als basis kunnen werkprocessen en -instructies goed gedocumenteerd worden. Maar het levert ook inzichten op over werkzaamheden/taken die (beter) op elkaar afgestemd of misschien zelfs geïntegreerd kunnen worden. Daarmee zijn de eerste verdiensten al binnen zonder het over automatisering te hebben.
Toegankelijkheid en uniformiteit Dat automatisering de efficiency vooruit helpt is meestal een gegeven. Veel handmatig werk kan vermeden worden. Daarnaast worden documenten, maar ook allerlei data op centrale plaatsen en digitaal gearchiveerd wat de beschikbaarheid en toegankelijkheid enorm verbetert. Natuurlijk blijft er een foutkans bestaan door foutieve verwerking van gegevens, maar door het inbouwen van checks en controlepunten worden deze afgevangen. Voordeel is ook dat mensen op dezelfde manier – moeten – werken, omdat regels, afspraken en werkmethoden in een geautomatiseerd, uniform systeem zijn ondergebracht. De kans dat de invoer van gegevens vergeten wordt, neemt af of wordt zelfs, door automatische controles, voorkomen. Omdat systemen specifieke gegevens vragen, is er geen sprake van verschillende interpretaties en dus gegevens en informatie.
Constante factor Eén van de voordelen van mechanisering, robotisering én automatisering is dat processen, met name productieprocessen veel constanter verlopen. Er treden, tenzij er een storing is, geen afwijkingen op. Dit verhoogt het kwaliteitsniveau van de productie hetgeen direct efficiencyvoordelen oplevert. Alles wat je in één keer goed kunt doen, bespaart onnodige extra kosten. Het is niet voor niets dat bijvoorbeeld topmerken als Rolls Royce de carrosserieën niet meer door vakmensen laat maken, maar door robots……………..
Door robotisering kunnen productieprocessen constanter verlopen
Naast kwaliteitsverbetering zijn ook mate-riaal- en energieverbruik geoptimaliseerd én constant. Daarnaast is het productievolume constant en zijn machines en computers niet gehouden aan werktijden.
Monitoring geeft controle Het gezegde luidt “meten is weten”. Geautomatiseerde systemen/processen voeren handelingen autonoom uit en voeren hierop zelf controles uit. Daarbij kunnen afwijkingen oftewel fouten ontstaan. Daarom is en blijft monitoring een belangrijke taak. Die met geautomatiseerde processen een stuk eenvoudiger, sneller en effectiever uitgevoerd kan worden.
Door het definiëren van standaardrapportages en (prestatie-) indicatoren, bij voorkeur online en real time op te vragen, kan snel de stand van zaken in beeld gebracht worden en worden afwijkingen snel opgemerkt en hersteld. Rapportage en verslaglegging worden eenvoudiger en sneller, maar belangrijker nog is dat gegevens en infor matie uniform zijn, omdat zij gevrijwaard zijn van interpretatieverschillen of überhaupt van het risico dat ze niet geregistreerd worden. Dit geeft veel meer en sneller betrouwbare (management-)informatie op en dus meer grip op de bedrijfsvoering.
Bedrijfsniveau of stapje verder? Op bedrijfsniveau processen automatiseren is het meest ideaal, zeker als daarbij de juiste koppelingen gemaakt worden tussen deelprocessen en afdelingen. Zodat bijvoorbeeld vanuit het offertesysteem signalen kunnen worden afgegeven richting facturatie, inkoop, productieplanning en logistiek. Met RFID en UHF kan de hele flow van producten gevolgd worden, zodat onder meer de doseersystemen en was-/reinigingsprogramma’s juist ingesteld kunnen worden en er bijvoorbeeld bij vertraging een signaal gaat naar de afdeling verkoop die de klant kan informeren.
Klanten hebben hun eigen portal via een app
Door bedrijfsoverstijgend te gaan (durven) werken kunnen koppelingen gemaakt worden met plannings-/reserveringsystemen van klanten, zodat steeds inzicht bestaat in de benodigde leveringen, rekening houdend met de aanwezige voorraad. Al langer hebben klanten hun eigen “portal” bij bedrijven om ook zelf actief het textielbeheer te doen en volgen. Allerlei online apps maken dat hierin weer een forse stap vooruit is gezet, ook omdat dergelijke apps voor iedereen beschikbaar zijn.
Kosten en baten Dit kan een lastig onderwerp zijn als het gaat om automatisering. De ontwikkeling of inkoop van goede systemen betekent investeren in soft- en hardware die beide ook onderhouden moeten worden. Er zijn veel standaardpakketten beschikbaar, zodat een bedrijf in de ontwikkeling hiervan niet hoeft te investeren. Wel moeten deze systemen passen. Niet alleen bij de specifieke taken en werkzaamheden, ze moeten ook aansluiten op andere pakketten en systemen die binnen het bedrijf toegepast worden. Vandaar dat een goed overzicht op structuren en processen nodig is.
De invoering vraagt tijd en geld. Omdat bijvoorbeeld mensen moeten getraind/opgeleid worden, omdat taken/werkzaam-heden veranderen. Maar ook de manier van met elkaar communiceren als het gaat om de verwerking van werkopdrachten of klantcontacten. Daarmee veranderen het takenpakket en werkzaamheden van mensen waardoor er meer tijd komt om andere activiteiten op te pakken. Met andere woorden, de productiviteit neemt toe!
De invoering van automatisering vraagt tijd en geld
Verdergaande ontwikkelingen Veel bedrijven hebben de voordelen van geautomatiseerde processen natuurlijk al ervaren. En dat zal in de toekomst alleen maar groeien. Ook omdat in de economie en samenleving om ons heen, allerlei zaken en communicatie steeds meer online gebeuren. Waarbij de klant feitelijk een deel van het werk overneemt, doordat deze bijvoorbeeld een bestelling plaatst die meteen in “het systeem” verwerkt kan worden bij de leverancier. Het goed integreren van een dergelijke online-service in de bedrijfsprocessen betekent feitelijk dat de klant de front office wordt en het bedrijf als back office zich volledig kan concentreren op de kwaliteit van diensten en producten inclusief de aftersales.
Feit is dat door de huidige, maar zeker ook toekomstige ontwikkelingen, volop in automatisering geïnvesteerd zal blijven worden. Enerzijds omdat ontwikkelingen om ons heen daartoe dwingen. Anderzijds vanwege de efficiëntievoordelen. Daar pri-maire bedrijfsprocessen al geautomatiseerd zijn, zal steeds meer gekeken worden naar andere processen als logistiek.
Investeren in automatisering kan efficiëntievoordelen opleveren
De optelsom van alle voordelen maakt dat automatisering interessant en ook noodzakelijk is. Zeker als ook de indirecte effecten meegerekend worden. Binnen textielverzorging zal het werkveld veranderen en zullen mensen meer procesoperators worden. Hetgeen ook voordelen heeft als het gaat om duurzame inzetbaarheid. Ook neemt de geleverde kwaliteit toe en wordt constanter. Onder de streep krijgt de klant meer waar voor zijn geld! Kortom, op veel fronten ontstaat een win-winsituatie. □
De textielverzorgingsindustrie heeft zich in de afgelopen jaren steeds intensiever gericht op duurzaamheid. Niet zonder reden: focus op duurzaamheid betekent niet alleen een positieve bijdrage aan een betere wereld, maar zorgt ook voor financiële besparingen in het eigen bedrijf en een positief bedrijfsimago dat naar stakeholders kan worden uitgedragen. De key drivers op het gebied van duurzaamheid in de toekomst liggen op drie gebieden: 1. Duurzaamheid in de textielservicesector zelf. 2. Intensivering van textielgebruik. 3. Circulariteit. Samen vormen ze de basis voor een gezonde bedrijfsvoering in de toekomst.
Kernwaarde
Duurzaamheid wordt steeds meer gezien als een kernwaarde die niet alleen de goodwill van stakeholders en dus een positief bedrijfsimago oplevert, maar ook noodzakelijk is voor het voortbestaan in de toekomst. Bedrijven die vandaag de dag tekortschieten in het uitdragen van de juiste duurzaamheids- of sociale waarden, worden steeds vaker publiekelijk terechtgewezen. Een onderzoek van Morgan Stanley wijst uit dat de meest succesvolle beleggers ter wereld duurzaamheid dan ook als een kernfactor zien in bedrijven: zonder focus op duurzaamheid is een bedrijf geen veilige belegging meer.[1] Als belangrijkste elementen van duurzaamheid selecteerde 88% van deze beleggers klimaatverandering, waterbesparing, plastic afval en een circulaire economie.[2] Het is daarom niet alleen wenselijk, maar absoluut noodzakelijk dat het textielservicebedrijf van de toekomst zich op deze gebieden onderscheidt en in toenemende mate verdienstelijk maakt. Het goede nieuws: met name als de textielketen op dit gebied gaat samenwerken, kunnen spectaculaire resultaten worden behaald. Een toekomst waarin duurzaam professioneel reinigen bijdraagt aan een intensiever gebruik van textiel en kleding en de sector in potentie vrijwel volledig circulair kan worden.
Key Driver 1: Duurzaamheid in de textielservicesector zelf
De textielservicesector is inmiddels wel doordrongen van wat zij zelf kan behalen in het kader van duurzaamheid. Professioneel wassen is vijf keer duurzamer dan thuiswassen. In de b2c-tak bouwen laundry-on-demand-initiatieven verder aan de trends onder consumenten om hun zaken online te regelen, te willen uitbesteden en gemak te ervaren. In de b2b-tak ondertussen wordt het belang van hygiëne, kwaliteit en duurzaamheid steeds crucialer. Dit stuurt de gezondheidszorg, horeca en handel & industrie van de toekomst onvermijdelijk verder naar de professionele capaciteiten van (industriële) wasserijen. Met waterbesparingen van 35-80%, energiebesparingen van 17% en een verlaging van de CO2-uitstoot van 24% biedt de professionele textielverzorging juist een oplossing op de gebieden die door 88% van de beleggers als essentieel in een bedrijf worden aangemerkt. De milieubelasting van plastic microvezels zal ook steeds meer op de voorgrond treden.
Fenomenale resultaten in drinkwaterbesparing door professionele textielreiniging
De toekomst: bigger & better
Wat op dit moment aan besparingen wordt behaald wacht continue optimalisering naar de toekomst toe. Trends als het analyseren van data die tijdens het wassen worden bijgehouden, verregaande automatisering, geavanceerde logistiek en continue verbetering van energie- en waterbesparende apparatuur voor zowel textielreinigers als wasserijen verscherpen de positie van deze bedrijven steeds verder. Van besparing op één of een aantal gebieden zullen steeds meer bedrijven zich gaan richten op een holistisch concept waarbij alle besparingen op elkaar worden afgestemd om zo resultaten van weer een heel nieuw niveau te behalen. Het Duitse CHMS, dat de CINET GBPA 2020 Award voor Duurzaamheid in de categorie Industriële Textielverzorging won, is daar een mooi voorbeeld van. Door intensieve kennis van alle technieken en processen creëerde dit bedrijf een uitzonderlijk niveau van duurzaamheid dat een inspiratie voor anderen vormt.
De textielindustrie is de meest vervuilende industrie na olie
Key Driver 2: Intensivering van textielgebruik
De textielindustrie is één van de meest vervuilende industrieën ter wereld. Zo gebruikt ze de meeste ruwe grondstoffen en water na de voedsel-, woning-, en transportindustrie.[3] Ze is nr. 2 van de grootste landverbruikers en nr. 5 van de meest CO2-uitstotende sectoren.[4] Ze stoot daarmee zelfs meer CO2 uit dan de internationale luchtvaart en zeevaart bij elkaar.[5] Het meest zorgwekkende aspect is dat de kledingproductie de afgelopen vijftien jaar is verdubbeld.[6] De wereldbevolking groeit explosief en daarbij groeit de middenklasse naar verhouding nog sneller en die heeft meer te besteden. Fastfashion-kledingcollecties volgen elkaar razendsnel op, met doorlopend nieuwe modestijlen, en vaak extreem lage prijzen.[7]
Verhuurconcepten en samenwerking met de textielreiniger
Waar de textielservicesector zich al veel langer bezighoudt met verhuurconcepten voor haar klanten (verhuur van lakens, handdoeken, maar ook bedrijfskleding is steeds meer de norm) ondervinden deze concepten ook een opkomst in de mode-industrie. Bedrijven als Rent the Runway in de VS[8], kledingbibliotheek LENA in Amsterdam[9] en online kledingverhuurbedrijf WAUWCloset[10], die de Young Executive Professional Award won tijdens de CINET GPBA 2020, boeken grootschalig succes. Door kleding te huren kan de consument steeds wat anders aantrekken zonder tot aankoop te hoeven overgaan, met name interessant als het gaat om dure merkkleding. Bij deze verhuurconcepten hoeft de klant de kleding vaak niet zelf te reinigen. Het wordt na gebruik ingeleverd bij het kledingverhuurbedrijf, die samenwerkt met een textielreiniger. Zo werkt YCloset in Beijing, China, samen met gerenommeerde textielreinigingsketen en wasserij Nantong Fornet en ging WAUWCloset in Nederland een samenwerkingsverband aan met professionele reiniger Vendrig in IJsselstein. Reiniging, voorraadbeheer, logistiek en retourlogistiek, dragerbeheersystemen en toegang tot de kledingindustrie worden bij Vendrig en WAUWCloset nauwkeurig op elkaar afgestemd. Zo kan de textielservicesector in hoge mate bijdragen aan een intensivering van textielgebruik.
Kledingverhuur van dure merkkleding is de toekomst
Key Driver 3: Circulariteit
Het resultaat van fast fashion is dat het grootste deel van onze kleding binnen een jaar op de vuilnisbelt belandt.[11] Elk jaar brengen we maar liefst 85% van onze garderobe naar de vuilnisbelt[12]: dat is het equivalent van één vuilniswagen vol textiel per seconde.[13] Minder dan 1% daarvan wordt gerecycled.[14] Duizelingwekkende getallen. Het idee dat de textielindustrie circulair zou kunnen zijn, krijgt nu steeds meer voeten aan de grond. H&M voerde ’s werelds eerste in-store recyclingsysteem in, waarin de kleding wordt gereinigd met ozon, versnipperd en tot garen gesponnen: na zo’n vijf uur heeft de machine een nieuw kledingstuk gemaakt van het afgedankte item.[15] Sociale onderneming i-did creëert designproducten van afgedankte bedrijfskleding van bijvoorbeeld KLM, Ikea en de Efteling.[16] Samen met Ikea, die ambieert in 2030 in al haar producten volledig circulair te zijn[17], creëerde ze tevens een collectie van tafellopers, handdoeken, theedoeken en keukenschorten.[18] In de textielverzorgingssector liep HAVEP al voorop met het recyclen van postconsumer-textiel naar nieuwe bedrijfskleding. Waar ze nu 75% kan recyclen, wil ze dat in de toekomst verder opschroeven.[19] Als het de textielsector lukt de handen ketenbreed ineen te slaan, heeft zij alle capaciteiten in huis om de deuren naar een grondig hergestructureerde toekomst te openen en zichzelf op indrukwekkende wijze op de kaart te zetten.
i-did geeft nieuw leven aan bedrijfskleding van KLM, Ikea en de Efteling
Oproep tot innovatieve & duurzame ketensamenwerking in textiel
Utrecht, dinsdag 16 februari; De ontvangst van de staatssecretaris van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat Mona Keijzer bij de Federatie Textielbeheer Nederland was coronaproof en desondanks hartverwarmend. Deze opkomende bedrijfstak is door de komst van het coronavirus, bovengemiddeld getroffen. Vooral de op de horeca gespecialiseerde bedrijven en de retail bedrijven hebben direct vanaf het begin een 75% tot 50% omzetterugval moeten noteren en dat is sindsdien niet verbeterd. Desondanks zijn er belangrijke initiatieven in voorbereiding die de branche weer een nieuw perspectief moeten geven. Digitalisering, automatisering, robotica zijn daarbij belangrijke drijfveren, gesteund door een fantastische duurzaamheid. De branche is maar liefst tot 5 x duurzamer dan het thuiswassen.
Effecten corona
Tot corona kwam leek het perspectief van de branche bijzonder goed. Zo had Ernst & Young in 2019 in haar rapport “Textielservice is meerwaarde”, maar liefst een omzetverdubbeling in vijf jaar voorspeld. Meer toegevoegde waarde voor afnemers, innoverende investeringen in de meest duurzame processen, digitale procesaansturing en nieuwe robotica-toepassingen zorgen voor een metamorfose van de huidige industriële bedrijven ten opzichte van de wasserette van weleer.
De lange periode dat lockdownmaatregelen van kracht zijn, begint ook bij de textielservicebedrijven zijn tol te eisen. Door de hoge vaste kosten worden, ondanks de ondersteuningsmaatregelen, forse maandelijkse verliezen geleden die voor veel bedrijven niet meer zijn op te brengen. Textielservicebedrijven leveren aan vele maatschappelijke sectoren, zoals ziekenhuizen, industriële bedrijven, de zakelijke dienstverlening, defensie en andere overheidsdiensten, logistiek, horeca, facilitaire dienstverlening en de retail.
Duurzaam & circulair
Het bezoek vond plaats bij Wasserij/ Linnenverhuur G. Van der Kleij & Zn. in Utrecht. Na een overzicht van prominente textielservicebedrijven en een uitgebreide toelichting op de corona-effecten, ook voor cruciale beroepsgroepen, was er volop aandacht voor het milieuprofiel van duurzame professionele textielservice, die al circulair op zichzelf is. In Nederland kan dat jaarlijks een besparing van ruim 60 miljard liter drinkwater opleveren, alsmede 24% CO2– en 17% energiebesparing op reinigen opleveren. Daarbij is er door een intensieve filtratie sprake van een zeer minieme microvezeluitstoot, waar thuiswassen circa 35% van de totale uitstoot voor haar rekening neemt.
Robotica
Veel aandacht was er ook voor nieuwe robotica-oplossingen zoals die in Nederland zijn ontwikkeld door Laundry Robotics en andere robotica-oplossingen zoals die bij G.van der Kleij ook te zien waren. Dit 160 jaar oude familiebedrijf heeft zich volledig op de horeca en met name hotels en restaurants gespecialiseerd en is door de coronacrisis bovengemiddeld geraakt. De staatssecretaris werd uitgebreid rondgeleid en kon de huidige stand van zaken zelf in ogenschouw nemen.
Oproep
De branche riep de staatssecretaris op de ontwikkelingen in de textielservice meer te stimuleren, in z’n algemeenheid door onder meer millieubonuspunten te geven bij tenders, gebruik van duurzame energie in processen en logistiek te ondersteunen, de inzet van kwalitatief textiel te stimuleren, als ook “SLOW fashion” om het gebruik van modekleding te verbeteren (maar liefst 85% wordt slechts zeer beperkt gedragen) en initiatieven voor meer circulair textiel te faciliteren. Daarbij is oog voor de internationale ontwikkelingen nodig om dit snel en doelmatig te realiseren.
Themabijeenkomst 12 januari trekt veel belangstelling
De eerste Themabijeenkomst die FTN Milieu & Techniek dit jaar organiseerde, viel meteen in de smaak. Ondanks, of misschien dankzij (?), dat alles coronaproof en op afstand plaatsvond, was de belangstelling groot en namen een kleine 40 deelnemers en gastsprekers mee aan de bijeenkomst. Om 15.45 uur opende M&T-voorzitter Rudolf Vendrig. Het programma was breed met een diversiteit aan onderwerpen die door verschillende gastsprekers werden toegelicht.
Inspiratie en bredere scope
Themabijeenkomsten van FTN Milieu & Techniek zijn een platform om kennis en informatie onderling uit te wisselen. Over de actuele stand van zaken, nieuwe ontwikkelingen en toekomstverwachtingen. Om te bezien hoe projecten van het Technologisch Kenniscentrum Textielverzorging (TKT) een positieve bijdrage leveren aan de branche en het eigen bedrijf. Die bijdrage was voorheen vooral gericht op procesoptimalisatie om met name energie- en waterverbruik terug te kunnen dringen. Vooral veel aandacht voor de techniek en in mindere mate voor het textiel.
En daar zien we een belangrijke verschuiving. Natuurlijk blijft procesoptimalisatie een belangrijk streven om efficiency- en dus ook duurzaamheidsvoordelen te halen. Hetgeen de sector binnen bijvoorbeeld het MJA3-convenant altijd bijzonder goed gelukt is. Maar de aandacht verschuift meer en meer naar de keten en dus ook het optimaliseren van de inzet van textiel, het hergebruik hiervan en het recyclen van de grondstoffen.
Bewustwording groeit
De bewustwording dat we anders moeten denken over en omgaan met de 3 P’s, (People, Planet, Profit) groeit al jaren en lijkt steeds meer in een stroomversnelling te komen. De groeiende wereldbevolking maakt schaarse middelen nog schaarser en vervuilingen nog vervuilender. Ook op het vlak van textiel is in de hele keten op alle drie de P’s nog veel winst te behalen. De maatschappelijke druk wordt steeds groter, want de vraag naar textiel neemt alleen maar toe! Onze sector, professionele textielverzorging, kan daarin een prominente rol spelen. Het duurzaamheidsprofiel is al bijzonder goed. Hetgeen een enorme potentie biedt om de hele waardeketen textiel een enorme boost te geven als de rol van professionele textielverzorging binnen de maatschappij groter wordt.
De Themabijeenkomst gaf inzicht in waar de sector staat, waar ze mee bezig is of waar de aandacht naar uit moet gaan! De hele waardeketen en levenscyclus van textiel kwamen tijdens deze middag voorbij. Van grondstof, productie, gebruik en onderhoud tot hergebruik en grondstof. Actuele ontwikkelingen in de techniek maar ook de coronacrisis, lijken veel kansen te bieden om als sector stappen te kunnen zetten en de toegevoegde waarde te vergroten. Onder meer op het gebied van duurzaamheid. Maar ook door textielpakketten te leveren die voldoen aan alle eisen van veiligheid en hygiëne, c.q. gezondheid van de gebruiker.
Stand van zaken TKT-projecten
Als bekend voert TKT, in rol van hoofdaannemer, in opdracht van de brancheverenigingen, en dus ook FTN, diverse projecten uit. De heer Gooijer is al ruim 15 jaar een bekend gezicht binnen de sector. Hij gaf een toelichting over onder meer cytostatica, de MJA-voorbereiding, circulair textiel en andere projecten die TKT in opdracht van FTN uitvoert.
Einde MJA3 en vervolg
We memoreerden het al. FTN heeft de afgelopen decennia bijzonder goed gescoord binnen de MeerJarenAfspraken energie-efficientie oftewel de MJA-convenanten. MJA3 was het laatste convenant dat eind 2020 afliep. De laatste rapportage wordt in het tweede kwartaal verwacht. De rapportage over 2019 liet zien dat textielservice opnieuw in de top 5 was beland als het gaat om verbetering van de procesefficiëntie vanaf 2005, het jaar waarin MJA3 van start ging. Tot en met 2019 scoort de sector een verbetering van 32,3% en dus meer dan het vereiste gemiddelde van 2% per jaar. Aan MJA3 deden 880 bedrijven mee uit 33 sectoren die samen een gemiddelde besparing van 1,8% per jaar realiseerden hetgeen zich vertaalt in 25,5% over de periode 2005 – 2019.
MJA-4
Een opvolger van MJA3 is in ontwikkeling. Henk Gooijer lichtte toe dat deze opvolger anders wordt opgezet met een verschuiving van de focus van energiebesparing naar CO2-reductie. Daarmee is energiebesparing nog wel belangrijk, maar, binnen het convenant, alleen als daarmee CO2 gereduceerd wordt. Dat vraagt om een andere manier van denken. De nadruk zal meer komen te liggen op de inzet van duurzame energie en de transitie van gas naar (groene) stroom.
FTN is betrokken bij de ontwikkeling van het nieuwe convenant waarover op dit moment overleg gevoerd wordt met de overheid. Het einde van MJA3 betekent dat deelnemende bedrijven nu weer volledig onder het wettelijk regime vallen van het Activiteitenbesluit milieubeheer. Dit houdt in het nemen van alle energiebesparende maatregelen met een terugverdientijd van vijf jaar of minder. Voor niet vergunningsplichtige bedrijven geldt een vierjaarlijkse rapportageplicht[1], echter voor MJA3-bedrijven gold een vrijstelling in 2019; de eerste rapportage moeten zij in 2023 opleveren. Het jaar waarin naar verwachting een wetswijziging en een nieuw convenant verwacht worden.
EnergiePrestatieKeuring 2021
TKT heeft in opdracht van FTN voor diverse leden een EnergiePrestatieKeuring (EPK) uitgevoerd. Een alternatief voor MJA3. Het doel van de EPK is te komen tot een energiebesparingsplan met daarin een overzicht van genomen maatregelen en een planning van nog te nemen maatregelen. Uiteraard met berekeningen van de gerealiseerde en de te verwachten energiebesparingen. Bedrijven met een EPK kunnen deze laten actualiseren door TKT. Bedrijven die nog geen EPK lieten uitvoeren, kunnen dit uiteraard alsnog laten doen.
Binnen de branche wordt al flink ingezet op duurzame energie
Microvezels uit textiel; urgentie wordt groter
Hiervoor schreven we over een groeiende bewustwording. Eén van de belangrijke onderwerpen is “plastic soup” en de enorme vervuiling van het water, de bodem en voedselketen! Textiel draagt hieraan enorm bij. Zo’n 35% van alle microvezels in “de natuur” is afkomstig van het wassen, zowel thuis al professioneel, van textiel! Opvallend detail is dat professioneel wassen hier slechts 0,01% aan bijdraagt! De terechte vraag werd gesteld hoe dat zou zijn als het aandeel professioneel wassen veel groter zou zijn. Nu wordt immers 95% van de was thuis gedaan! FTN neemt op uitnodiging van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat deel aan het project “Microvezels uit textiel” dat meerdere doelen heeft. Onder meer het opbouwen van een kennisnetwerk, het ontwikkelen van meetmethodes en het vaststellen van het effect van microvezels op het afvalwater.
Cytostatica
Deze geneesmiddelen helpen mensen te genezen van ernstige aandoeningen, maar zijn tegelijkertijd ook gevaarlijk voor mensen die hieraan blootgesteld worden. Zoals medewerkers in de vuilsorteerafdelingen van wasserijen die met cytostatica besmet wasgoed verwerken. Om die reden zijn in het verleden uitvoerige onderzoeken uitgevoerd om de effecten en risico’s hiervan in beeld te brengen hetgeen heeft geleid tot speciale protocollen die opgenomen zijn in de Arbocatalogus. FTN heeft gevraagd onderzoek te doen naar de risico’s van cytostatica die zich via de lucht verspreiden. Dit onderzoek zal in de eerste helft van dit jaar door TKT in samenwerking met Tauw bv uitgevoerd worden op een tweetal locaties.
Duurzaamheid en hygiëne thuiswassen onvoldoende
TKT deed onderzoek naar de verschillen tussen thuis wassen en professioneel wassen en reinigen met betrekking tot deze onderwerpen. Ten aanzien van hygiëne is de conclusie dat thuis wassen niet hygienisch verantwoord is. Door het toepassen van lage temperaturen is van thermische desinfectie nauwelijks sprake. En chemische desinfectie gebeurt alleen als wasmiddelen met geactiveerde zuurstofbleek worden gebruikt, Bij het thuis wassen is het risico van kruisbesmetting groot, doordat bijvoorbeeld werkkleding of ander besmet wasgoed samen met ander textiel gewassen wordt. Ook de wasmachine thuis kan, zelfs bij hogere wastemperaturen, een besmettingsbron vormen waarbij de rubberen deurafdichting het grootste risico vormt. Enige vorm van controle of iets dergelijks ontbreken natuurlijk in de thuissituatie. Alleen professionele behandeling kan leiden tot een verantwoord hygienisch kwaliteitsniveau, mede omdat bijvoorbeeld een kwaliteitsmanagementsysteem als Certex voldoende borging biedt voor een verantwoord totaalproces.
Duurzaamheid en hygiëne thuiswassen is onvoldoende
Ook op het gebied van duurzaamheid scoort professionele textielverzorging vele malen beter dan het thuis wassen. Dit is uitvoerig onderzocht én gerapporteerd. Klinkende cijfers zijn een waterbesparing per wasbeurt van meer dan 36 liter (tot zelfs 80%!), 17,5% energiebesparing en ruim 24% CO2-reductie. Als je deze getallen afzet tegen het feit dat 95% van de was thuis gedaan wordt, dan wordt duidelijk hoe enorm het besparingspotentieel is! De milieubelasting van textiel in de gebruiksfase kan daarmee aanzienlijk, zeer aanzienlijk teruggebracht worden!
Samen op weg naar innovatie en duurzaamheid
De genoemde resultaten én successen worden mogelijk gemaakt door de bereidheid van de sector om te investeren in kwaliteit, efficiency en duurzaamheid. Maar je hebt toeleveranciers hard nodig om je eigen doelstellingen hierin waar te maken. Diverse gastsprekers van verschillende bedrijven gaven hun visie op energiebesparing, CO2-reductie en hoe hun bedrijven met deze doelstellingen bezig zijn.
Duurzaamheid kernwaarde bij Christeyns
De heer Gerard Bakker zette uiteen hoe de aanvliegroute van familiebedrijf Christeyns is waarbij een duidelijke tweedeling is aangebracht. Enerzijds de aandacht voor de eigen, bedrijfsinterne processen. Anderzijds de oplossingen die aan klanten geboden kunnen worden. Intern is er aandacht voor de totale productcyclus van grondstof tot en met verpakkking. Doelstellingen zijn water- en energiebesparing, minder afval en een uitdagende en veilige werkomgeving. Interessant voorbeeld van de benadering is een project in Gent waarbij overtollige warmte die de productielocatie van Christeyns daar produceert, gebruikt wordt voor de 70% van de verwarming van nabij gelegen appartementen. Omgekeerd wordt het afvalwater van deze appartementen, na behandeling, gebruikt als proceswater binnen de productielocatie. Het bedrijf wil in de periode 2021 – 2022 een waterbesparing van 80% realiseren en 362 ton minder CO2 uitstoten, onder meer door de inzet van 4.000 zonnepanelen bij het Europese distributiecentrum. Er wordt sowieso géén afvalwater afgevoerd in het riool.
Klanten wordt een totaalpakket aangeboden waardoor zij hun productieproces zo efficiënt mogelijk kunnen inrichten. Met aandacht voor de effectiviteit van chemicaliën, het minimaliseren van het waterverbruik en de apparatuur zoals doseersystemen, ver-/opwarmingssystemen, waterzuiveringsinstallaties alsmede monitoringssystemen voor de totale procesbewaking.
Op weg naar CO2-neutraal
Ecolab op weg naar CO2-neutraal
Deze doelstelling geldt voor het wereldwijd opererende bedrijf zelf, maar ook klanten worden geholpen deze te realiseren. De heer Carlo Krijnen liet zien dat in de totale productieketen van industrieën 75% van de CO2-productie veroorzaakt wordt door de toeleveranciers van de eindfabrikant. Daarmee wordt meteen het belang duidelijk gemaakt om binnen de hele productieketen samen te werken om CO2-reductie te bewerkstelligen en verantwoorde inkoopbeslissingen te nemen. Ecolab wil in 2030 50% reductie gerealiseerd hebben, 100% duurzame elektriciteit gebruiken en in 2050 geheel klimaatneutraal zijn. Bij klanten wordt ook het totale proces onder de loep genomen. De primaire processen, gebouwen, logistiek en het energieverbruik. Het zetten van positieve stappen is daarbij het credo. Om te beginnen met het optimaliseren van bestaande situaties en processen naar het investeren in toonaangevende techniek en het zoeken naar en stimuleren van innovaties. Terugdringen van water- en energiegebruik, monitoring, hergebruik van water en stoomloos werken zijn oplossingsrichtingen die toegepast worden.
TBR ziet nog veel verbeteringspotentieel
TBR op weg naar een duurzame toekomst
De heer Reinders van Technisch Bureau Reinders, is al 35 jaar een bekend gezicht. Zijn bedrijf levert oplossingen op het gebied van energie-opwekking, water- en energiebesparing en hernieuwbare energie en ontwikkelt daartoe zelf apparatuur en technieken. De visie van TBR is dat wasserijen stoomloos worden. In 2021 is het energieverbruik voor het wassen zelf minimaal vijf en maximaal vijftien procent van het totale energieverbruik. De grootste verbruikers, met 85% aandeel, zijn de mangels en drogers. De restwarmte die deze apparaten produceren wordt hergebruikt voor het opwarmen van waswater en het voorverwarmen van de inkomende lucht voor droogapparatuur. Voor de periode tot 2030 ziet TBR nog veel verbeteringspotentieel. Zo is waterstof een nieuwe belofte die de rol van gas over kan nemen. Ook als “buffer” door hiermee in de zomer energie op te wekken die in de winter verbruikt kan worden. Ook de brandertechniek voor CV-ketels is in ontwikkeling om waterstof toepasbaar te maken. Voor de wasserij lijkt de warmtepomp een minder haalbare optie vanwege de benodigde temperaturen voor mangels en drogers.
Van primair proces naar textiel
Voorgaande onderwerpen betreffen vooral het primaire proces van textielservice, namelijk het wassen en reinigen van textiel waar eveneens aandacht aan werd besteed tijdens de Themabijeenkomst. Textiel zelf duurzamer maken is een belangrijke voorwaarde om het duurzaamheidsprofiel van de keten een boost te geven. Om bijvoorbeeld het gewoonweg verbranden van textielafval te voorkomen.
Ook textiel zelf duurzamer maken is van belang
De wetenschap doet mee!
Textiel circulair maken. Dat stond centraal in de bijdrage van de heer Henk Gooijer van Saxion, een hoger beroepsopleidingsinstituut waar veel onderzoek en ontwikkeling wordt gedaan naar dit onderwerp onder leiding van de heer Jan Mahy. Er worden drie textielstromen onderkend. De stroom in de gebruiksfase waarin het textiel van gebruiker naar reiniger naar gebruiker gaat. De stroom waarbij afgedankt textiel in de “gesloten kring” komt en als grondstof terugkomt bij de textielindustrie of de “open kring” waarbij dit textiel bij andere industrieën belandt voor diverse toepassingen. Afgedankt textiel moet vervezeld worden zodat er nieuw garen van gesponnen kan worden. Op dit terrein is een doorbraak gerealiseerd met het recyclen van polyester/katoen. Het ontrafelen van polyester/katoen, het splitsen van beide materialen om tot een nieuwe vezel, nieuw garen en nieuwe stoffen te komen, was een project waarbij de hele keten betrokken was, inclusief een textielservicebedrijf. Een ander project, samen met het ministerie van Defensie, betreft het meetbaar maken van het gehalte gerecyclede vezels in gerecycled textiel om zodoende een categorisering richting de branche te kunnen voorstellen voor bijvoorbeeld werkkleding of modeartikelen. Bij dit project is ook WeVoTex betrokken.
Saxion doet veel onderzoek naar het circulair maken van textiel
Toeleverancier pro-actief bezig!
En WeVoTex is als textielproducent en -leverancier aan diverse sectoren erg actief bezig met duurzame producten en recycling, zowel mechanisch als chemisch. Onder meer worden badstof handdoeken vervaardigd van 50 – 80% (mechanisch) gerecyclede vezels. Met de Ecotool van FTN is berekend dat zo’n handdoek tot 97% water bespaart, tot 20% CO2 en tot 94% landverbruik. Nadeel is de kortere levensduur en, door toevoeging van polyester, het mindere comfort. Mede daarom is WeVoTex ook intensief bezig met chemische recycling dat een oneindige kringloop oplevert. Chemische recycling levert steeds weer kwalitatief goede vezels op waardoor het grondstoffenverbruik voor textielproductie enorm teruggedrongen kan worden. Het eerste tastbare resultaat in de vorm van een handdoek is geproduceerd.
WeVoTex is bezig met mechanische en chemische recycling
100% circulair in 2050!
Ook Modint, de branche-organisatie voor mode en textiel, is intensief bezig met het verbeteren van de duurzaamheid van de textielsector en heeft hiervoor, net als FTN, een Routekaart ontwikkeld. De heer Koppert liet zien dat in 2015 75% van het afgedankte textiel verbrand werd, slechts zo’n 14% recycled. Stap voor stap werkt Modint, middels bijvoorbeeld convenanten, aan verdere uitwerking van de Routekaart Circulair Textiel. Niet alleen het recyclen van afgedankt textiel als grondstof voor nieuw textiel, ook het hergebruik van afgedankt textiel door nieuwe gebruikers/dragers speelt een rol. Denk aan ontwikkelingen als Vinted. Doelstellingen zijn 50% duurzame/circulaire materialen en 50% recycling van Nederlands textielafval in 2030. In 2050 moet de keten volledig circulair en duurzaam zijn.
Ook Modint is intensief bezig met het verbeteren van de duurzaamheid van de textielsector
Wasserij zonder werknemers
Volgens de heer Ten Broek van WSP Systems begint rendementsverbetering al op het moment dat u iets te weten komt wat u tot dat moment nog niet wist. Specifieke informatie is nodig om stap voor stap met kleine maar beslissende verbeteringen tot rendementsverbeteringen te komen. Door uit diverse processen en machines data te halen, deze om te zetten in informatie die realtime beschikbaar komt, kan de hele bedrijfsvoering gevolgd worden. Hier kan bijvoorbeeld ook steeds tijdig bijgestuurd worden hetgeen de efficiency bevordert. Een andere ontwikkeling is dat dergelijke automatiseringssystemen steeds autonomer gaan werken als vorm van kunstmatige intelligentie. De toekomst is digitaal, gerobotiseerd en geautomatiseerd. De wasserij zonder werknemers komt eraan!
Conclusie: een wereld aan kansen!
Een nuttige Themabijeenkomst. Da’s de meest korte samenvatting. Alles op een rijtje zettend, is het verbeteringspotentieel van de sector enorm. Niet alleen voor de sector zelf. Maar ook voor de rol die ze kan spelen binnen de keten. Van vezel-/garen-/weefselproductie tot toegevoegde waarde bij de eindklant/-gebruiker die met duurzaam, circulair textiel, dat optimaal en kwalitatief verantwoord gereinigd wordt, goede sier bij zijn stakeholders kan maken.
Samenwerking in de keten én daarbuiten leidt tot goede ideeën en goede innovaties. Ook hier geldt één plus één is drie!
[1] Niet-mkb-ondernemingen moeten elke vier jaar een energie-audit indienen bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) op grond van de Europese Energie-Efficiency Richtlijn (EED). De eerste auditverslag moest 31 december 2020 ingediend zijn.
Wassen van textiel dient niet alleen om vlekken en vuil te verwijderen. Een belangrijk aspect is natuurlijk ook dat het textiel hygiënisch schoon is na het wassen. Dat is natuurlijk veel moeilijker vast te stellen dan het verwijderen van vuil en vlekken, omdat het niet altijd zichtbaar is of iets hygiënisch schoon is.
Borging hygiëne
In de professionele textielreiniging worden kwaliteitssystemen zoals bijvoorbeeld Certex, gebruikt die leiden tot een gegarandeerd niveau van hygiëne van het gewassen textiel. Gebaseerd op de resultaten van een uitgebreid literatuuronderzoek geeft recent onderzoek antwoord op de vraag of het thuis wassen van textiel ook tot een gegarandeerde hygiënische kwaliteit van het gewassen textiel kan leiden en of professioneel wassen ook op dit gebied voordelen biedt boven het thuis wassen van textiel.
Thuis onvoldoende hygiëne
Voor een hygiënisch schone was is het noodzakelijk dat voldoende micro-organismen worden afgedood. In het verleden, werd door de hogere wastemperaturen een deel van de bacteriën thermisch afgedood. De vraag is nu of dat ook bij de lagere wastemperaturen gebeurt, zoals die tegenwoordig toegepast worden. In Duitsland is de gemiddelde wastemperatuur bijvoorbeeld gedaald van 63 °C in 1972 tot 46 °C in 2014. Uit het onderzoek blijkt dat de desinfecterende werking van standaard wasprocessen (zonder geactiveerde zuurstofbleek) bij de huidige gemiddelde wastemperaturen onvoldoende is voor een hygiënisch wasproces. Hiervoor is minimaal een wasprogramma met een wastemperatuur van 60°C vereist. Het gebruik van wasmiddelen met geactiveerde zuurstofbleek blijkt te leiden tot een aanzienlijke verbetering van de afdoding, waardoor zelfs bij temperaturen van 40 °C al een aanvaardbaar niveau van afdoding bereikt kan worden.
Risico cross-contaminatie
Twee andere aspecten zijn ook belangrijk voor een hygiënisch schone was, namelijk mogelijke cross-contaminatie van wasgoed in het wasproces en de invloed van de conditie van de wasmachine op de hygiënische kwaliteit van het gewassen textiel. Cross-contaminatie van textiel is de term voor het verschijnsel dat de bacteriën, die aanwezig zijn op een sterk verontreinigd textiel tijdens het proces worden overgedragen op minder verontreinigd textiel. Het resultaat hiervan kan zijn dat relatief schoon textiel na afloop van het wasproces door contact met sterk verontreinigd textiel juist extra verontreinigd is met bacteriën. Wasprocessen die onvoldoende desinfecterende werking hebben, bijvoorbeeld door een te lage wastemperatuur, blijken tot cross-contaminatie te kunnen leiden. Ook de huidhoudwasmachine zelf blijkt een bron van besmetting te kunnen zijn, waardoor het wasgoed door het wassen zelfs besmet zou kunnen raken. Als mogelijke bronnen voor bacteriële besmetting worden de rubberen deurafdichting en het zeepbakje genoemd.
Integraal kwaliteitssysteem
Een desinfecterend wasproces alleen is niet voldoende voor hygiënisch schoon wasgoed. Ook na het wassen kan herbesmetting plaats vinden. In de professionele wasserij worden dan ook integrale kwaliteitssystemen toegepast, die tot een gegarandeerde hygiënische kwaliteit van het wasgoed moeten leiden. Hierbij wordt niet alleen aandacht besteed aan de desinfectie in het wasproces, maar ook aan de hygiëne in de machine, de kwaliteit van het waswater, de hygiënische kwaliteit van het eindproduct en de hygiëne in het bedrijf. De toepassing van een dergelijk integraal kwaliteitssysteem, zoals Certex, dat niet alleen aandacht besteedt aan het wasproces, maar ook aan de andere relevante factoren, maakt het mogelijk om te komen tot een geborgde hygiënische kwaliteit van het wasgoed. Dit is in de thuissituatie niet of nauwelijks realiseerbaar.
Duurzaamheid is de Haarlemmerolie van onze tijd. Nodig om allerlei vraagstukken en knelpunten op te kunnen lossen om komende generaties een goede toekomst te kunnen bieden. Op deze planeet! Allerlei sectoren zijn aan het “opschalen”. Textielservice blijft daarin niet achter en gaat door met de verduurzaming die al lang geleden succesvol ingezet is. Gezamenlijk en individueel worden steeds weer nieuwe wegen ingeslagen of aangelegd om het duurzaamheidsprofiel verder uit te bouwen.
Smalle of brede scope?
Het antwoord op deze vraag is bepalend voor de mogelijkheden die de sector voor zichzelf ziet en de rol die ze speelt. Allereerst richt je jezelf natuurlijk op het eigen bedrijf en de processen die daarbinnen gangbaar zijn. Eerst daarna gaat het veelal over de volledige keten en kringloop van vezel tot vezel. De duurzaamheid van professioneel reinigen is superieur, maar vanuit de ketenbenadering is de te behalen winst, of het verbeterpotentieel nog veel groter. Voor het textielservicebedrijf zelf, maar zeker ook voor de keten. Toch mooi als een klant kan zeggen dat zijn textielpakket minder CO2 uitstoot en minder waterverbruik veroorzaakt, omdat hij door een textielservicebedrijf wordt beleverd.
Genoeg uitdagingen
Het duurzaam omgaan met grondstoffen en producten wordt steeds belangrijker. Feitelijk zijn we wereldwijd al lang bezig met het uitputten van onze planeet. De zogenaamde Overshoot Day was dit jaar op 22 augustus; de dag waarop we wereldwijd met zijn allen meer verbruiken dan de wereld kan leveren. In 1970 was deze dag nog op 29 december. Overigens, voor Nederland was Overshoot Day dit jaar op 29 mei….. We, de wereldpopulatie, hebben dit jaar 1,6 aardes nodig om in al onze behoeften te voorzien.
Dit onderstreept meteen het belang van verduurzaming en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Zeker in de “textielbranche” die op deze vlakken nog veel vooruitgang kan en ook zal gaan boeken. De enorme groei van de wereldbevolking betekent een enorme stijging in de vraag naar textiel; vooral voor kleding. Wereldwijd wordt jaarlijks 95 miljoen ton grondstof geproduceerd; 25 miljoen ton katoen, 1 miljoen ton wol en de rest, 66 miljoen ton, zijn “man made fibers” waarvan 60 miljoen ton synthetische materialen (vooral polyester) en 6 miljoen ton geregenereerde cellulose (lyocell, viscose, acetaat). Bedenk daarbij dat voor de productie van één kilogram katoen 23 m2 land nodig is, 7.500 liter water en 75 MJ energie. Dat betekent bijvoorbeeld voor de jaarproductie ruim 1,8 miljard liter water.
Met een groeiende wereldbevolking neemt de schaarste alleen maar toe. En daarmee spanningsvelden. Schoon, veilig drinkwater lijkt een vanzelfsprekendheid maar met de actuele klimaatontwikkeling is er steeds meer aandacht voor de vraag hoe dit water te gebruiken en in te zetten. Voor de landbouw en katoenteelt, drinkwatervoorziening of het thuis wassen? Voorspeld wordt dat in de nabije toekomst meer dan 98% van de textielvezels gemaakt zullen zijn van synthetische materialen. De bijdrage van textiel aan de hoeveelheid microvezels in oceanen is nu al ruim 30%.
Klinkende resultaten binnen de eigen muren
Inhakend op het bovenstaande is door de sector in de afgelopen decennia enorm veel bereikt aan efficiencyverbeteringen en het duurzamer omgaan met onder ander water en energie. Zou heel Nederland de was laten verzorgen door professionals, dan kan alleen al binnen Nederland zo’n 60 miljard liter per jaar bespaard worden. MJA3-deelnemers hebben in de aflopen drie jaren efficiencyverbeteringen doorgevoerd die in een jaarlijkse(!) energiebesparing van 134 TJ hebben geresulteerd. Daarnaast draagt professionele textielverzorging slechts 0,1% bij aan plastic soup. Zet deze cijfers af tegen die in de voorgaande alinea en het begrip “overshoot” krijgt ineens een andere invulling!
Binnen MJA3 betreffen de meeste besparingsmaatregelen en dus ook resultaten procesoptimalisatie. Zonder meer blijven ook de komende jaren dergelijke verbeteringen doorgevoerd worden, ook vanwege het directe effect op de kostprijs.
Kijken we naar de keten, dan is het aandeel hiervan, evenals van duurzame energie, in het totale efficiencyverbetering groeiende. Zoomen we in op “ketenmaatregelen”, dan gaat het om optimalisatie van distributie en mobiliteit, productafdanking en -herverwerking, materiaalbesparing en -verbetering en optimalisatie levensduur. Kreten die naadloos aansluiten bij textielservice en de activiteiten die de sector ontplooit. Hier ligt nog veel verbeteringspotentieel!
Logistiek nog lang niet op eindpunt
In 2014 organiseerde FTN een kick-off bijeenkomst voor de Green Deal. Allerlei thema’s werden volop belicht waarvan er één elektrisch vervoer betrof. Er werd zelfs een EV-bestelwagen gedemonstreerd waarop enthousiast én vertwijfeld werd gereageerd. Inmiddels rijden diverse bedrijven met elektrische auto’s, waaronder zelfs vrachtwagens, in steden.
Ook efficiëntere dubbeldeks opleggers en aanhangers worden steeds meer ingezet achter trekkers die voldoen aan de Euro 6-normen. Dit alles resulteert in efficiencywinsten met minimaal tussen de 10 en 15% brandstofbesparing per gereden kilometer! Natuurlijk neemt de CO2-uitstoot daarmee ook flink af!
Nieuwe ontwikkelingen zitten ook in meer en beter gebruik maken van data. Het vastleggen van de juiste data en het goed analyseren hiervan kan leiden tot minder kilometers door betere route- en vrachtplanning. Maar het optimaliseren van het voorraadbeheer betekent ook dat minder artikelen en dus minder kilo’s vervoerd hoeven worden. De communicatie tussen de klant en het textielservicebedrijf kan zelfs online real time verlopen waardoor elk moment inzicht bestaat in bijvoorbeeld de bezettingsgraad van bedden of het aantal mensen per ploeg. Daarmee kan de bevoorrading optimaal afgestemd worden op de feitelijke vraag, c.q. behoefte.
Gebruik maken van data kan leiden tot minder kilometers
Textielservicebedrijven werken al met meerdere bevoorradingspunten die verspreid zijn over het land. Wellicht dat dit in combinatie met “city hubs” tot een verdere verfijning van het distributienetwerk kan leiden, vermindering van het aantal kilometers én verkeerscongestie in steden.
Uit onverwachte hoek
Kent u “Dyneema”? Als u de Tour de France volgt en leden van het Team Sunweb in actie hebt gezien, dan hebt u ook gekeken naar “Dyneema”. Dit is een nieuw materiaal gebruikt voor de shirts met beschermende eigenschappen. De veiligheid van de renners wordt verbeterd en de kans op bijvoorbeeld schaafwonden weggenomen, zelfs met snelheden van 60 km/uur, zonder dat zij inleveren op bewegingsvrijheid en comfort. En zonder noemenswaardig extra gewicht.
Interessant hieraan is dat een dun “fietstruitje” dus goede beschermende eigenschappen heeft. Natuurlijk is dit ook interessant voor andere toepassingen zoals werkkleding. Met dunner materiaal dezelfde bescherming kunnen bieden, betekent meer bewegingsvrijheid en comfort voor de drager. Maar tegelijkertijd is voor de productie minder materiaal nodig en, zie boven, is er minder gewicht bij het transport. Daarboven komt dat er ook een Dyneema-variant wordt geleverd dat gemaakt is van een volledig biologische polyethyleenvezel gemaakt van hernieuwbare grondstoffen. Ook hier ligt een belangrijk aandachtsgebied van textielservice.
Weer als nieuw!
Da’s de kern van textielservice: textiel reinigen, behandelen en waar nodig repareren zodat het in beginsel tijdens de hele technische (!) levensduur gebruikt kan worden. Hergebruik in optima forma! De levensduur van het textiel wordt verlengd. Er hoeft minder vaak vervangen te worden. Dat geeft al besparing. Wordt het textiel uit roulatie genomen, dan kan het soms voor andere doeleinden ingezet worden. Of kan het materiaal gerecycled worden, zodat de grondstoffen weer opnieuw beschikbaar komen voor de productie van nieuwe vezels en dus nieuw textiel. Binnen de sector wordt hiernaar door partijen onderzoek gedaan. Chemische recycling lijkt een goed alternatief. Eigenlijk worden vezels opgelost en vervolgens weer tot nieuwe vezel teruggebracht. Met dezelfde kwaliteiten als het oorspronkelijke materiaal. Binnen textielservice zijn voortdurend enorme hoeveelheden textielproducten in omloop waarvan er natuurlijk ook veel uitvallen. Als die allemaal op een goede manier hergebruikt of recycled kunnen worden, bespaart dit enorm. In de keten zien we hierin ook volop ontwikkeling. Steeds meer fabrikanten van “work wear” leveren duurzaam materiaal. Niet alleen qua levensduur, ook qua milieubelasting.
Zomaar wat aspecten!
Bovenstaand hebben we slechts enkele aspecten beschreven. De scope is breder en zal steeds meer verruimd worden. Ketensamenwerking kan verduurzaming een enorme boost geven. Waardoor de keten een nog grotere toegevoegde waarde biedt. Ook voor het milieu! Er is al veel gedaan aan en bereikt met verduurzaming! Maar met alle actuele ontwikkelingen lijkt het alsof we aan het begin staan. Professionele textielservice kan binnen de keten een belangrijke rol spelen en de innovatie een forse stap verder brengen. Zonder daarbij kernwaarden als kwaliteit, hygiëne en veiligheid uit het oog te verliezen!
In dit artikel gaan we in op de organisatorische kant van hygiënemanagement en de implementatie daarvan binnen de wasserij. En dus niet zo zeer op de specifieke kwaliteitseisen die kunnen gelden voor textielpakketten. Hygiënemanagement heeft twee kanten. Enerzijds de borging van de kwaliteit van het eindproduct. Anderzijds de bescherming van het personeel. Met de wereldwijde ontreddering door COVID-19 is hygiëne ineens een “trending topic”. Protocollen en de 1,5 meter economie zijn ineens gespreksonderwerp. Ook bij allerlei klanten van textielservicebedrijven, niet alleen binnen de zorg of de food, zal de aandacht voor hygiëne toenemen. En daarmee de vraag naar hygiënisch schoon textiel.
Systematische aanpak nodig
Om alle vraagstukken en uitdagingen het hoofd te kunnen bieden is een systematische aanpak noodzakelijk. Goed management dus om controle en beheersing te krijgen over alles wat zich binnen een bedrijf afspeelt en invloed heeft op de hygiëne. Het opzetten van een kwaliteitsmanagementsysteem kan hierin een eerste stap zijn. Een dergelijk systeem zorgt er voor dat processen continu gemonitord en gecontroleerd en – op tijd – bijgestuurd worden. Het ontwikkelingen van een dergelijk systeem is een intensief traject. Net als de invoering binnen het bedrijf maar ook het uitvoeren en bijsturen van het systeem. Hygiënemanagement is hierop eigenlijk een vervolgstap; een goede basis is nodig!
Van analyse naar borging
Het in beeld brengen van alle kritische factoren die invloed hebben op, c.q. een risico vormen voor de kwaliteit en hygiëne is een eerste stap. Hoe zijn processen ingericht en wat leveren zij op in termen van kwaliteit en hygiëne? Procescontrole en -validatie is hier uiteraard van belang. Op welke punten kan schoon textiel toch weer besmet raken? Doordat het in contact komt met vuil goed of met oppervlakken die niet schoon zijn. Door personeel dat met schoon goed werkt maar de handen niet tijdig wast. De aandacht voor de hygiëne van het personeel loopt hier parallel in mee. Immers, daar waar een (her-)besmettingsrisico voor het textiel bestaat, is dat risico er ook voor het personeel.
Een dergelijke analyse moet dus allesomvattend zijn en vormt de basis voor het opstellen van controle- en beheersmaatregelen. Een zogenaamde RABC-analyse vormt hiervoor een goede basis; hierover later meer.
Betrek personeel
Om het voorgaande nog effectiever in te kunnen zetten, is het belangrijk medewerkers te betrekken. Hen onderdeel maken van het systeem. Dat begint met duidelijkheid over hun rol maar ook met kennis en inzicht. Training en opleiding zijn hiervoor de instrumenten. Een Basiscursus Wasserij geeft mensen de kennis over alle facetten van het textielservicebedrijf, zoals de werkzaamheden binnen diverse afdelingen, kwaliteit, milieu maar ook hygiëne en veiligheid voor schoon en veilig werken. Met de cursus “Microbiologie in de wasserij” krijgen mensen veel meer inzicht schoon en hygiënisch verantwoord werken. Wat zijn besmettingsbronnen? Hoe ga je om met besmet wasgoed, hoe moet ik dat wassen? Wat is desinfectie? Dergelijke basiscursussen kunnen aangevuld worden met praktische trainingen waarbij bedrijfsspecifieke zaken aan de orde komen.
De kennis en het inzicht dat de mensen verwerven, leidt tot meer betrokkenheid en meer verantwoordelijkheidsgevoel voor de eigen werkzaamheden. Dit verstrekt alle procedures en werkafspraken die binnen het bedrijf gemaakt worden!
RABC-analyse; systematische aanpak
Elders in deze uitgave wordt over Certex® en RABC het e.e.a. toegelicht. Certex® is het branche specifieke ISO9001-kwaliteitsmanagementsysteem voor textielservicebedrijven waarvan de RABC-norm EN 14065 een integraal, verplicht onderdeel uitmaakt. Ook deze norm, gebaseerd op HACCP, is specifiek voor de wasserijsector ontwikkeld. Door zeven stappen te doorlopen worden alle microbiologische gevaren en risico’s in beeld gebracht, samen met de kritieke controlepunten binnen het proces. Risico’s worden afgewogen, grenswaarden worden vastgesteld, controle en monitoring wordt ingericht en corrigerende maatregelen bepaald.
Maatregelen
Uitvloeiselen van het stappenplan, zijn onder meer de bedrijfsinrichting met scheiding van de stromen vuil en schoon wasgoed. Maar ook een schoonmaak-/hygiëneplan voor het hele bedrijf. Machines en werkstations moeten frequent en met de juiste middelen gereinigd worden. Training en instructies, ook op de werkplek, van het personeel op het gebied van persoonlijke hygiëne is cruciaal.
Hygiënemanagement: : het mes snijdt aan twee kanten!
Een risicoanalyse zal het personeel benoemen als één van de risicofactoren als het gaat om de (her-) besmetting van textiel. Als medewerkers textiel kunnen besmetten, dan kunnen zij ook collega’s besmetten. Een goede (RABC-)analyse borgt dus zowel de hygiënische kwaliteit van het textiel als ook de persoonlijke hygiëne van medewerkers. Juist in deze tijd van een “nieuw normaal” een belangrijk onderwerp!
Opleidingen op maat!
TCT, het TrainingCentrum Textielverzorging, biedt diverse opleidingen en trainingen die ook in-company gegeven kunnen worden. Daarbij is maatwerk mogelijk om trainingen en cursussen af te stemmen op uw specifieke bedrijfssituatie. Voor meer informatie verwijzen wij u naar www.tct-nl.nl.
Ook in coronatijden blijft duurzaamheid een belangrijk onderwerp. De maatschappij ziet textielreiniging nog onvoldoende als een sector die belangrijk bijdraagt om milieuvraagstukken mee op te lossen. De komende periode zal een serie van artikelen worden gepubliceerd (offline en online) om dit beeld bij te stellen. Een voorbeeld hiervan leest u onderstaand.
Word je liever vegan, of doe je nooit meer de was? Een milieutopper worden was nog nooit zo makkelijk!
Bijdragen aan een beter milieu: daarvoor moet je iets opgeven toch? Vliegreisjes, gehaktballen, de nieuwe iPhone. Je moet kijken hoe fair trade je hagelslag is en wiens vingertjes die Primark-rok in elkaar hebben gezet. Wat als het ook anders kan? Wat als je één van de meest gehate huishoudelijke klusjes permanent van je to-do-lijstje kan strepen? En je daarmee niet alleen vrije tijd en energie wint, maar ook een milieutopper wordt? Iemand die zijn hand er niet voor omdraait 3.500 liter water, 24% CO2-uitstoot en 33% microplasticdeeltjes van een zinloos leven te redden?
Welcome to the Hall of Fame
Dit is het goede nieuws: dat kan! En je hoeft daarvoor echt je eigen kleren niet te breien en ook niet op een composttoilet te poepen. Combineer liever het leuke met het aangename. Of, eh, nee: nuttige, natuurlijk. Met deze ene zin snoer je op alle feestjes in de toekomst iedereen fijntjes de mond. Hier komt ‘ie: ‘Ik doe tenminste niet zelf de was!’
Hier leggen we het uit
Huh? Begrijpelijk als je je nu even achter je oor moet krabben. Dat is een normale reactie, want deze feiten zijn helaas nog onvoldoende bekend. Dat gaat nu veranderen. We leggen het even uit. Professioneel wassen is 2 tot 3 keer zo duurzaam als thuiswassen! Zo rekenden experts bijvoorbeeld uit dat je als consument zo’n 3.500 liter water per jaar bespaart als je je was uitbesteedt.[1] Extra belangrijk in een tijd waarin het KNMI oproept dat we moeten leren van hoe voorzichtig er in Italië en Griekenland wordt omgegaan met water, omdat er anders mogelijk een watertekort gaat dreigen.[2]
Je eigen Dobbi
Je was uitbesteden, is dat niet heel veel gedoe? Nu niet meer. Een stomerij en wasdienst, zoals bijvoorbeeld Dobbi, haalt in heel Nederland gratis je was op en bezorgt het binnen 48 uur schoon aan je terug.[3] Je plaatst je bestelling makkelijk via de app, online of telefonisch, en kiest een tijd die jou goed uitkomt.
Heb impact!
Wist je dat jij voor zo’n 35% bijdraagt aan de microvezels in het ecosysteem door thuis te wassen? Jouw textielreiniger gebruikt professionele reinigingsapparatuur met filters. Die halen katoen en plastic vezels uit het afvalwater: daardoor is zijn bijdrage zo ongeveer verwaarloosbaar.[4] Door je was uit te besteden, wordt per wasbeurt ook nog eens gemiddeld 17% aan energie en 24% aan CO2 bespaard. Wijzen naar de industriële reuzen om wat aan de milieuproblematiek te doen is vanaf nu een no-go. Een milieutopper worden was nog nooit zo makkelijk. Consumenten zijn als de virusdeeltjes die met zijn 10.000en op een vierkante millimeter zitten.[5] In grote getalen vellen ze, minuscuul als ze zijn, met gemak een olifant. De toekomst ligt in onze eigen handen. En zeg nou zelf, word je liever vegan, of doe je liever nooit meer zelf de was?
[1] TKT, ‘Rapport Duurzaamheidsprofiel Professionele Textielverzorging in Nederland,’ 18 juni 2019.